Vandaag weer vroeg op want het is een stuk rijden naar de volgende cider, pardon sidre afspraak. Spannend vind ik het wel, je gaat immers niet iedere dag bij de bekendste cider maker van Frankrijk langs. Na even zoeken in het dorpje hebben we eindelijk de weg naar Eric Bordelet gevonden. Uit het niets doemt aan het eind van de weg het geraamte van het familiechateau op. Tijdens een brand in 1922 is het bijna volledig verwoest en nu wordt het langzaam weer opgeknapt om over 5 jaar als proeflokaal, productie en opslag te dienen.
Na een hartelijk ontvangst van zowel de hond als Eric, beginnen we de rondleiding met de terroir. Hij legt uit dat je meestal alleen naar de huizen hoeft te kijken om te weten wat er onder de grond zit, in zijn geval een combinatie van graniet en leisteen. Daarna gaan we direct de boomgaard in. Daar blijkt dat hij duidelijk geïnspireerd is door de manieren waarop wijn stokken verbouwd worden. Hij plant de bomen relatief dicht bij elkaar zodat zij harder moeten knokken en daarmee resistenter worden en mooie kleine vruchten geven. Hij gebruikt voornamelijk oude lokale rassen en tussen de halfhoge bomen zijn trouwens wel hoogstambomen geplant. Aangezien een perenboom pas na 100 jaar volwassen is, plant je dus voor de volgende generaties.
Ondanks dat het van het chateau weinig meer over is dan een paar muren worden de kelders goed gebruikt. Na een snelle blik in de toekomst van het gebouw duiken we de kelder in om een bijzondere fles poiré uit 2003 te pakken. Wat heerlijk, ik wil ook zo’n kelder vol! Ook nog even langs bij de Calvados cave, met een beetje geluk komt binnenkort zijn eerste eigen Calvados op de markt.
Verder naar de verwerkingsruimte van de appels en de peren. Daar heeft hij een pers staan die ik niet eerder in een cidrerie heb gezien. Met deze bandpers kan hij de appel of peer in een aantal stadia fijner maken en persen. Daarmee krijg je veel meer controle over het eindresultaat. Zijn cider bestaat uit 40% bittere, 40% zoete en 20% zure appels. Deze vergist hij gedeeltelijk apart waarna de blend gemaakt wordt. Van 1 blend maakt hij zowel zijn doux, demi-sec als brut.
Ook de distillatieketel is uniek, deze reed vroeger van boerderij naar boerderij en heeft nu een vaste plaats gekregen. De twee alambics en de wirwar van leidingen maken het een uniek apparaat. De rondleiding wordt vervolgd in de afvulruimte, hier legt hij uit dat hij voor de botteling nog een keer grof filtert en de sidre daarna nog laat rusten. Ook staat het hier vol met 5 liter vaatjes, die had ik nog niet eerder gezien.
Om deze bijzondere tour af te sluiten moet er uiteraard geproefd worden. Zijn ciders en poiré zijn van een uitzonderlijke klasse. Hij doet er alles aan om de perfecte balans te vinden: appels rapen met de hand, oude rassen en langzame fermentatie. De passie en kennis van deze man is niet te bevatten. Gelukkig wordt zijn voorbeeld wel gevolgd, bijvoorbeeld door Maison Le Paulmier, maar het zou mooi zijn als meer Franse producenten zich verder zouden verdiepen.
En met die perfecte balans kunnen ciders en poirés ook schitterend rijpen. Van beiden mochten we een 2003 proeven en het is bijzonder om het verschil in smaak te proeven. Dat jaar was er veel zon geweest en dat proef je duidelijk terug in de vorm van geconfijt fruit. De verwachtingen waren hoog maar deze zijn meer dan overtroffen, wat een bijzondere man met schitterende producten. Het is nog even wachten maar deze flessen gaan jullie straks zeker vinden in de winkel bij de Fenix Food Factory.